WMO in het kort

De Wet Maatschappelijke Ondersteuning ofwel de WMO, wordt uitgevoerd door de gemeente en is bedoeld voor mensen die ondersteuning nodig hebben in het dagelijks leven. Deze wet is opgezet om mensen te ondersteunen bij het langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen maar ook om de participatie in de maatschappij te vergroten en het bieden of krijgen van mantelzorg te vereenvoudigen. De Wmo richt zich voornamelijk op mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking, langdurig zieken en ouderen. (Haasbroek en Post, 2016)

De Wmo maakt onderscheid in twee soorten van ondersteuning. De algemene voorzieningen en de maatwerk voorzieningen. De algemene voorzieningen zijn voor iedereen beschikbaar. Dit is bijvoorbeeld een boodschappenhulp en ook openbare ontmoetingsruimtes vallen hieronder. Maatwerkvoorzieningen zijn te onderscheiden in georganiseerde ondersteuning en op persoonlijke behoefde afgestemde hulpmiddelen. Bij georganiseerde ondersteuning gaat het niet om hulpmiddelen, maar bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of verzorgend personeel. Bij de op persoonlijke behoefte afgestemde hulpmiddelen of aanpassingen gaat het wel om hulpmiddelen, zoals een rolstoel of traplift (ZorgWijzer.nl, z.j.). De gemeente bepaalt of een persoon in aanmerking komt voor een voorziening vanuit de Wmo. De gemeente gaat in gesprek met een individu tijdens een zogeheten ‘keukentafelgesprek’ (Haasbroek & Post, 2016).

Als een hulpmiddel of voorziening vanuit de Wmo door de gemeente wordt toegekend betekent dit niet direct dat er ook sprake is van een volledige vergoeding. Elke gemeente hanteert namelijk een andere regeling en zij bepalen ook zelf de hoogte van de eigen bijdrage in die gemeente. Het kan ook voorkomen dat een aangevraagd hulpmiddel niet vergoed wordt vanuit de Wmo maar dat de gemeente een hulpmiddel van een andere leverancier voor een individu kiest. (Haasbroek & Post, 2016)

Heb je recht op WMO maatwerk?

Wanneer je kunt aantonen dat je een maatwerk voorziening of hulpmiddel nodig hebt kan je dit via de gemeente aanvragen. Zij kunnen hiervoor een indicatie stellen en dit is meestal van toepassing als je zonder deze aanpassing of dit hulpmiddelen niet zelfstandig kunt blijven wonenof bewegen.

Je dient het volgende aan de gemeente te kunnen voorleggen:

  • Aantonen dat het gaat om een probleem dat zonder deze voorziening niet kan worden opgelost ook niet met hulp uit de omgeving.
  • Je kunt niet vooruit met een algemene voorziening omdat deze niet voorziet in je behoefte.
  • Je benodigde hulpmiddel wordt niet vergoed door de zorgverzekeraar.

Keuze tussen: Zorg in natura of PGB

Wanneer er wel sprake is van een (volledige) vergoeding heeft een individu keuze uit ‘zorg in natura’ of een ‘Persoonsgebonden budget (Pgb)’. Bij ‘zorg in natura’ kiest en regelt de gemeente een geschikt hulpmiddel voor het individu, er is dan geen sprake van keuzevrijheid.

Veel gemeenten werken met aanbestedingen voor het aanbod van hulpmiddelen. Er werd door gemeenten in het verleden vaak vooral naar de prijs van de hulpmiddelen gekeken. Hierdoor is deze markt erg onder druk komen staan. Dit heeft er zelfs voor gezorgd dat een aantal leveranciers zich uit deze markt heeft terug getrokken en nog maar een handje vol partijen hulpmiddelen via aanbestedingen in gemeenten aanbied. Dit leidt helaas tot minder keuze vrijheid voor de gebruiker.

Hoe vraag je een WMO voorziening aan?

Dit gaat via het loket van de gemeente waar je woont. Je moet je hier wel goed op voorbereiden zodat je beslagen ten ijs komt en goed weet wat je precies nodig hebt.

Je moet dus goed weten wat je precies uit het gesprek met de gemeente wil halen of meenemen. Vooral wanneer het een specifiek hulpmiddel betreft is het belangrijk dat je goed kunt uitleggen waarom je niet voldoende hebt aan een standaard hulpmiddelen en het maatwerk moet zijn. Het kan slim zijn om een familielid mee te nemen die mee luistert en voor je op kan komen. 

Het is ook zeker wijs om je vooraf breed te orienteren en verschillende producten te proberen. Dus wanneer mogelijk ook zeker verschillende leveranciers uitnodigen om een product aan te bieden. Je hebt daarnaast recht op ondersteuning van een ergotherapeut voor 10 uur advies. Maak hier vooral gebruik van.

Zorg voor een goed gesprek met de Wmo-consulent en betrek deze bij je problemen en overwegingen zodat er overleg kan plaatsvinden. Zo komt de consulent ook eerder voor je op.

Verdiep je goed in je rechten als burger en ook specifiek bij je eigen gemeente. En kaart het aan wanneer je je niet gehoord of begrepen voelt en vraag om vervolggesprekken of acties.

Zet een PGB in wanneer je een hulpmiddel nodig hebt dat niet wordt vergoed. Je moet dan wel goed kunnen verwoorden waarom je dit hulpmiddel nodig hebt. Lees meer over PGB.