De wet langdurige zorg wordt uitgevoerd door zorgkantoren en is specifiek opgezet voor de meest kwetsbare individuen uit de maatschappij. Deze individuen hebben bijvoorbeeld 24 uur per dag zorg/toezicht nodig. Het gaat om mensen met (chronische) psychische, fysieke of psychogeriatrische aandoeningen.
De Wlz biedt een totaal pakket van zorg aan. Dit kan zowel intramuraal als extramuraal zijn. Intramuraal betekent dat iemand in een organisatie of instelling zoals een verpleeghuis woont en extramuraal betekent thuis in de wijk. Wanneer een individu de zorg uit de Wlz extramuraal ontvangt en hulpmiddelen nodig heeft loopt dit dan ook via de Wmo. Wanneer een individu intramuraal (in een zorginstelling) woont en een hulpmiddel nodig heeft gaat dit in overleg tussen de arts, fysiotherapeut of ergotherapeut van de zorginstelling en het individu die het hulpmiddel nodig heeft. Volgens het zorgkantoor bepaalt vervolgens de zorgverzekeraar welk product dit is, afhankelijk van contracten met leveranciers van hulpmiddelen. Normaal gesproken heeft de consument verder dan ook geen keuze in leverancier. De kosten voor hulpmiddelen bij intramurale zorg via de Wlz hoeven meestal niet door de consument zelf betaald te worden.
De WIA wordt uitgevoerd door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Deze wet is bedoeld voor mensen met een ziekte of beperking die hierdoor niet of maar gedeeltelijk deel kunnen nemen aan de arbeidsmarkt. Om het werken voor deze doelgroep (opnieuw) mogelijk te maken kunnen hulpmiddelen of werkplekaanpassingen vanuit de WIA vergoed worden.
De manier waarop de WIA vergoedingen van hulpmiddelen aanbiedt, lijkt op de manier van de Wmo. Bij de Wmo ontvangen mensen ‘zorg in natura’ of ze komen in aanmerking voor een ‘Persoonsgebonden Budget’. Het grote verschil met de Wmo en de WIA is dat mensen niet zelf kunnen kiezen of ze een ‘Persoonsgebonden Budget’ willen of kiezen voor ‘zorg in natura’. Het UWV heeft contracten met vaste leveranciers van hulpmiddelen. Wanneer een van de gecontracteerde leveranciers het des betreffende hulpmiddel in het assortiment heeft, moet dit hulpmiddel door de leverancier geleverd worden. Gaat de consument hier niet mee akkoord dan valt de vergoeding ook direct weg. Een ‘Persoonsgebonden Budget’ is dus alleen mogelijk als het gewenste hulpmiddel niet geleverd wordt door een vaste leverancier van het UWV.
De Participatiewet wordt uitgevoerd door de gemeente. De wet is bedoeld voor mensen die kunnen werken, maar hierbij passende ondersteuning nodig hebben. De Participatiewet vergoed hulpmiddelen of werkaanpassingen die nodig zijn om werken mogelijk te maken (Vilans, z.j.)